Kennislek, of doorwerken na je pensioen?

 

Wie de komende jaren 67 jaar wordt, heeft vanaf die leeftijd recht op AOW en (meestal) pensioen. Die pensioengerechtigde leeftijd schuift aan de hand van de gemiddelde leeftijd op, maar op een goed moment is hij bereikt. Maar wat als je vakkennis dan ook verdwijnt?

 

Mensen die met pensioen gaan, hebben vaak een schat aan ervaring en kennis opgebouwd. Die kennis kan zomaar verdwijnen als de werknemer met pensioen gaat. Jammer voor het bedrijf en voor de samenleving. Gelukkig zijn daar oplossingen voor.

 

Bedrijven kunnen werknemers die gaan stoppen aanbieden dat ze minder gaan werken, bijvoorbeeld twee dagen per week, in plaats van fulltime. Het mes snijdt aan twee kanten: het bedrijf kan zo kennis laten overdragen aan jongere werknemers, en de pensioengerechtigde werknemer kan langzamerhand wennen aan een minder werkzaam leven.

 

CGMV vindt flexibiliteit een groot goed. Zowel werkgever als werknemer kunnen daarvan profiteren. Er kunnen alleen wel een paar addertjes onder het gras zitten.

 

Allereerst bepaalt de conjunctuur vaak hoeveel behoefte er is aan oudere werknemers. De huidige situatie kan dus weer veranderen. Doorwerken na je pensioen moet niet het nieuwe normaal worden. Werk is geen heilige graal. Met pensioen gaan blijft gewoon een recht.

 

Ten tweede ontslaat de mogelijkheid medewerkers langer in de dienst te houden de werkgever niet van de goede gewoonte een zorgvuldig personeelsbeleid te voeren. De pensioengerechtigde leeftijd is lang van te voren bekend, en de werkgever kan dus tijdig regelen dat de kennis wordt overgedragen. Dat kan onder meer door een meester-gezel-constructie. Daarvan profiteren zowel de meester als de gezel.

 

Een nadeel kan zijn dat juist de mensen die met hun hoofd werken en toch vaak al een beter betaalde baan hadden, hiervan ook nog eens financieel profiteren. Mensen die hun hele arbeidzame leven met hun handen hebben gewerkt, zijn vaak versleten. Zij hebben vaak minder goed verdiend en hebben minder pensioen opgebouwd. Juist zij kunnen vaak niet blijven werken. Een goede pensioenvoorziening blijft daarom van belang.

 

Ten slotte wordt veel vrijwilligerswerk gedaan door gepensioneerden. Denk aan werk in kerken, de zorg, sportclubs en buurthuizen. Dat werk is van groot belang voor de samenleving. Bij vrijwilligerswerk in de zorg hoort wel een kanttekening. Vrijwilligerswerk in de zorg moet niet ten koste gaan van reguliere banen, die moeten gewoon betaald en gewaardeerd worden. De arbeider is zijn loon waard.

 

• Wil jij graag langer doorwerken maar weet je niet hoe je dit kunt regelen? Neem dan contact met ons op.

 

Ineke Evink