Inloggen

‘Er komt een oudere man vanavond’

 

Dat ben ik dus! Op mijn 49e word ik voor het eerst aangekondigd als een oudere man, een oudere verpleegkundige die vanavond invalt bij een regulier wijkteam. Het zegt natuurlijk iets over de leeftijd van degene die dit zei. En hoewel ik denk dingen makkelijk te kunnen accepteren, krabde ik toch even achter mijn oren.

 

Het voelde opeens alsof ik rechtstreeks op mijn pensioen afstevende, het pensioen waar ik me nooit mee bezig wil houden. De mails van het pensioenfonds gooi ik altijd direct in de digitale prullenbak, hooguit scan ik ze nog even snel. Ik kan toch niks veranderen aan het bedrag dat ik ooit ga ontvangen, als ik die leeftijd überhaupt haal!

 

Veerkracht
Nog 18 jaar dus. Natuurlijk heb ik geen idee hoe die jaren eruit gaan zien. Houdt mijn lichaam het vol, en mijn verstand? Hoe gaat mijn situatie eruit zien? Dat is voor ieder mens onbekend terrein.

 

En raak ik misschien gehospitaliseerd? Begin ik te verwachten dat dingen op een bepaalde manier moeten gebeuren en raak ik gefrustreerd als ze anders gaan? Bij cliënten denken we dit fenomeen soms waar te nemen, maar zorgmedewerkers kan het ook overkomen: ‘We doen dat altijd al zo, waarom moet daar nu aan gerommeld worden!’ Alsof gewoonte een geldige legitimatie is om het zo te houden. Ik zou zelf ook wel een lijstje van dingen kunnen maken, die ik te stevig vasthoud.

 

Strijdplan
Mijn strijdplan bestaat eruit om elke dag onbevangen te zijn. Ik strek me uit naar wat komen gaat, en treed mild en met liefde situaties en mensen tegemoet. Eerst mezelf natuurlijk, anders loopt het al snel spaak.

 

Dat is in ieder geval wat ik me bijna elke morgen bewust voorneem. Zou het dan een beetje lukken, die 18 jaar? Natuurlijk, er is niemand die zegt dat ik in de verpleging moet blijven. Het zou lichamelijk of mentaal te zwaar kunnen worden. Op dit moment gaat het gelukkig nog wel, maar ik moet wel alle zeilen bijzetten. Letten op voeding, beweging, rust, de bekende dingen.

 

Fysiek
In de technische thuiszorg hoef ik minder vaak mensen te tillen of te draaien, en daarmee is het fysiek wat minder zwaar dan in de reguliere thuiszorg. Wel moet je van autorijden houden, ritten van soms wel drie kwartier van de ene kant naar de andere kant van de provincie. We hebben sinds kort een nieuwe dienstauto, die de hele tijd een koffie-alarm geeft. Direct vanaf wegrijden bespeurt de boordcomputer kennelijk al een soort moeheid en onoplettendheid bij mij.

 

Digitalisering
Wat scheelt is dat ik goed kan meekomen op digitaal gebied. Sterker nog, ik vind het leuk als dingen mooier en beter worden en ik vind het prachtig hoe mensen dat kunnen doorontwikkelen.

 

Ook in de thuiszorg is veel veranderd op dit vlak. Toen ik in 2002 begon, moest nog schriftelijk worden gerapporteerd. Elke bezochte klant moest met pen worden geregistreerd, en bij elke klant lag de map met het zorgplan en de geschreven rapportagetekst. Uitgezette en aangereikte medicijnen werden met pen afgetekend.

 

Later moesten we steeds in- en uitklokken bij de klant, omdat alleen tijd achter de voordeur vergoed werd. Daarvoor gebruikten we een soort zakcomputertje.

 

Al het bovenstaande is nu digitaal geworden, met zwaar beveiligde toegang, en met internet en elektriciteit als voorwaarden.

 

Een oudere man
Ik had zelf het reguliere wijkteam niet ingefluisterd: ‘Er komt een oudere man’. Ik had gezegd: “Zeg maar dat er vanavond een man komt. Hij is heel lang, hij is kaal, en hij is superlief…” Want dat wordt altijd over mij gezegd, en daar houd ik me graag nog even aan vast.

 

Johannes Gerkema is technische thuiszorg verpleegkundige en blogt voor CGMV over zijn ervaringen in de zorg.