Inloggen

Ouderschap en werk – Tonnis

 

Tonnis (1977) is getrouwd en heeft drie kinderen van 19, 17 en 14 jaar, plus een hond. Tonnis werkt vier dagen per week.

 

“Toen onze oudste twee kinderen geboren werden, was ik langdurig ziek. Ik was daarom volledig thuis, terwijl mijn vrouw fulltime werkte. Toen ik weer op zoek ging naar werk, wilden we onze kinderen zo weinig mogelijk naar de opvang brengen. We kozen ervoor om best veel tijd met de kinderen door te brengen en dus niet zo veel mogelijk te werken.

 

Toen ik drie dagen per week ging werken, ging mijn vrouw van vijf naar drie dagen per week. Door alles goed in te delen hadden we maar één dag per week opvang nodig. Dat gebeurde bij een goede vriendin van ons, die gastouder was. Het fijne was dat de kinderen daar ook gewoon naartoe konden als ze eens een keer niet helemaal fit waren. We zijn altijd heel tevreden geweest met haar gastouderschap. Allebei drie dagen werken is eigenlijk ideale plaatje. Toen de kinderen ouder werden, ben ik een dag extra gaan werken.

 

Gezondheid

Ik kon vanwege mijn gezondheid eerst niet meer werken dan drie dagen per week, maar ik wilde mezelf ook niet financieel vastleggen met vijf dagen per week. Ik kan me voorstellen dat het een heel ander verhaal is als je vanaf het begin vanwege een hoge hypotheek wel vijf dagen móet werken. Aan de andere kant geldt ook dat als je alles uit het leven wilt halen, je veel sneller tegen dit soort dilemma’s aanloopt. Ik geloof heel sterk in het creëren van buffers, niet alleen financieel.

 

Nu de kinderen ouder zijn, redden ze zich natuurlijk ook veel beter, zeker de oudste twee. Bovendien is er vaak iemand thuis. Bijna alles lost zich vanzelf wel op. Als je meer dagen werkt, zijn de dilemma’s wel anders, denk ik. Ik ben tevreden met hoe het nu loopt. Daar hebben we ook zelf voor gekozen.

 

Tegelijk is het ook een beetje een kaartenhuis, het past allemaal precies in elkaar. Als een van je collega’s op een andere dag wil werken, kan dat lastig zijn. Mijn vrouw staat voor de klas, dus ze kan niet thuiswerken en ook niet schuiven met haar dagen. Het voelt wel eens star als ik niet kan meebewegen met een collega.

 

Thuis moeten blijven omdat een van de kinderen ziek is, komt nauwelijks voor, ook omdat er een overlap is van maar één dag. Wanneer het voor langere tijd zou zijn, dan zouden we dat gewoon om de beurt doen.

 

Thuiswerken

Thuiswerken heeft wel veel veranderd. Vroeger moest ik tijdens kantoortijden ook echt op kantoor zijn. Met de komst van het thuiswerken is er een andere werkelijkheid ontstaan.

 

Dat heeft trouwens voor- en nadelen. Ik functioneer beter als ik niet hoef te schakelen van werk naar privé en omgekeerd. Zelfs als ik thuis werk, word ik het liefst niet gestoord. Als de kinderen op het werk met een van ons contact willen hebben, doen ze dat dan ook bijna altijd bij mijn vrouw. Dat gebeurt trouwens niet vaak, ze redden zich meestal best, misschien ook omdat we ze zelfstandig hebben opgevoed.

 

Ik heb wel het gevoel dat ik wat minder beschikbaar ben dan mijn vrouw, maar als er praktische zaken zijn, hebben ze ook meer aan haar dan aan mij. Over het algemeen zie ik wel de tendens dat kinderen hun ouders steeds vaker onder werktijd bellen. Ik word zelf liever niet gestoord op mijn werk.

 

Werkplezier

Wat we gaan doen als de kinderen groter zijn, weten we nog niet. er komt dan wel meer vrijheid en flexibiliteit. Mijn vrouw wil misschien weer gaan studeren. Of ik meer ga werken hangt vooral af van mijn werkplezier op dat moment. Ik heb altijd wel iets anders willen doen naast mijn werk, ook omdat werk anders mijn hele wereld wordt. Bovendien kun je dan nog andere zinvolle dingen doen.

 

De balans tussen werk en privé goed houden, vind ik soms lastig. Ik vind het moeilijk het werk los te laten en niet mee naar huis te nemen. Sporten is heel belangrijk voor mij. Ik speel al badminton vanaf mijn veertiende. Badminton is echt een uitlaatklep, dan is het werk even helemaal weg.”