Inloggen

Chronisch ziek maar wel aan het werk willen

 

Er zijn bijna 400.000 openstaande vacatures in Nederland. Tegelijkertijd zouden volgens TNO 415.000 fulltime banen kunnen worden ingevuld door mensen die chronisch ziek zijn, maar wel kunnen werken. Maar waarom gebeurt dat dan niet?

 

Het is altijd ingewikkeld om dit soort berekeningen toe te passen in de praktijk. Bedrijven verschillen van elkaar in grootte, in eisen die ze moeten stellen aan hun personeel, en in mogelijkheden. Een werknemer met rugklachten is niet zomaar te vergelijken met iemand die slecht ziet of mentaal niet zwaar te belasten is.

 

De groep chronisch zieken bestaat echter voor een deel uit mensen die zeggen niet of maar licht door hun ziekte belemmerd te worden. Dat zijn bij elkaar ongeveer 183.000 mensen. Hoe kan het dat ook zij buiten de boot vallen bij sollicitatieprocedures? En hoe kan het dat meer dan driekwart van de werkgevers niet van plan is te overwegen om een chronisch ziek iemand in dienst te nemen?

 

Een van de oorzaken is onze eigen cultuur: alles moet perfect en efficiënt, winstmaximalisatie is vaak de norm. Maar dat verklaart niet alles. De overheid voorziet in een aantal tegemoetkomingen, zoals een no-risk-polis. Maar de regelgeving is ingewikkeld en daarmee een obstakel voor werkgevers.

 

Ook voor de chronisch zieke werknemer zijn er hobbels. Hoe eerlijk wil je zijn over je beperkingen en wat als je tijdelijk contract niet wordt verlengd?

 

Een creatieve oplossing zou kunnen zijn om deze groep mensen door het UWV te laten detacheren. Het UWV kan dan het papierwerk voor zijn rekening nemen en neemt de risico’s op zich. Op dit moment is er alleen beperkt sprake van proefplaatsingen. Iemand die chronisch ziek is, zou aan het werk moeten kunnen met een van te voren vastgestelde proefperiode voor langere tijd. Gaat het niet goed, dan kan hij of zij weer terug naar de oude uitkeringssituatie. Uiteindelijk blijft het doel dat de gedetacheerde in dienst komt bij de opdrachtgever.

 

De verwachting dat de wal vanzelf het schip zou keren, en bedrijven op een goed moment wel mensen moeten aannemen die niet in het perfecte plaatje passen, is tot nu toe niet uitgekomen. Er is blijkbaar meer gezamenlijke inspanning nodig om mensen die zouden willen werken daartoe ook in staat te stellen. Dat vraagt om een warm hart van werkgevers en van de maatschappij. Daarnaast om minder regels. En misschien nog het meest om creativiteit. De creativiteit om in mogelijkheden te leren denken.

 

 

Ineke Evink